Toegankelijkheid

Bij Turnitin geloven we dat leertechnologieën het leren voor iedereen niet moet beperken maar uitbreiden. Ons toegankelijkheidsprogramma richt zich op het toegang bieden tot de hele ontwikkelingslevensduur voor producten om er voor te zorgen dat onze website en toepassingen toegankelijk en bruikbaar zijn.

We richten ons op het voldoen aan de WCAG 2.0 AA-standaarden van het World Wide Web Consortium (W3C) en paragraaf 508 van de Rehabilitation Act. Maar we geloven ook dat toegankelijkheidsstandaarden meer zijn dan alleen maar checklists, en we werken er hard aan om onze leertechnologieën bruikbaarder en toegankelijker voor iedereen te maken, ongeacht de handicap of omstandigheden.

Een schermlezer gebruiken om een similariteitsrapport te lezen

Navigatie in de SimCheck werkt met twee primaire navigatiemethoden: Navigeren via koppen en navigeren via gemarkeerde gebieden. Bronovereenkomsten zijn ingeklapte knoppen op de pagina.

Bronovereenkomsten - knoppen gebruiken

Terwijl u door het similariteitsrapport navigeert, vindt u bronovereenkomsten. Bij een bronovereenkomst blijkt een deel van het document dat u leest, overeen te komen met een onderdeel in onze database. U wordt van de overeenkomst op de hoogte gebracht met de aankondiging ‘Begin Similarity Match’ (Start vergelijkbaarheidsovereenkomst). Als een overeenkomst meerdere segmenten bevat, zoals wanneer er meerdere markeringen zijn, kunt u ‘Pause Similarity Match’ (Vergelijkbaarheidsovereenkomst onderbreken) en ‘Resume Similarity Match’ (Vergelijkbaarheidsovereenkomst hervatten) te horen krijgen.

Het volgende element is een knop met de tekst ‘Source # details’ (bron #-details). Activeer deze knop voor meer details over de overeenkomst. Bijvoorbeeld:

bron 1. en.wikipedia.org. internet. 36%

Het volgende element is de inhoud van de overeenkomende tekst. Na afloop wordt dit gemeld met ‘End Similarity Match’(Vergelijkbaarheidsovereenkomst beëindigen).

Door koppen navigeren

Kop H1: documentinformatie

De pagina bevat slechts een H1-kop. De H1-kop bevat de titel en auteur van het document.

H2-koppen: document en overeenkomende bronnen

De pagina bevat twee H2-koppen. De eerste H2-kop brengt u naar het begin van het document. De tweede H2-kop brengt u naar het begin van de overeenkomende bronnen. Het bronoverzicht laat het percentage van de algehele vergelijkbaarheidsovereenkomst zien plus alle vergeleken bronnen.

H3 Headers - Pages

There is an H3 header at the start of every page. There are as many H3 headers as there are pages in the submitted file. Navigating to an H3 header will put you at the start of a page.

Navigeren met Landmark Regions (gemarkeerde gebieden)

De SimCheck viewer heeft drie Landmark Regions, elk met een ander soort inhoud.

Banner - bevat basisinformatie over het indienen, inclusief de titel van het ingediende document en de naam van de auteur.

Document main (hoofdtekst document) - het hoofdgedeelte van de inhoud van het document.

Expanded complementary (gemaximaliseerd aanvullend) - het bronoverzicht met details over waar overeenkomsten vandaan komen.

Navigatie met het toetsenbord

Gebruikers kunnen door alle interactieve elementen van SimCheck’s navigeren via basis toetsenbordinvoer waaronder Tab, Shift+Tab, pijltjestoetsen, spatiebalk en Enter.

Wat houdt dit in?

Gebruikers die problemen hebben met de fijne motoriek of die een schermlezer gebruiken, vinden het werken met een toetsenbord mogelijk gemakkelijker bij het navigeren door SimCheck. SimCheck is ontworpen om dit mogelijk te maken.

Een bestand indienen

Turnitin SimCheck gebruikt groepen, lijsten en koppen voor inhoud. Bij het indienen van een bestand kunt u een paar eenvoudige stappen volgen.

  1. Navigeer naar de H2-kop Mijn bestanden

  2. Het volgende element is een lijst met twee items, Uploaden en Map toevoegen.

    1. Uploaden stuurt de pagina naar Turnitin voor een controle op overeenkomst.

    2. Map toevoegen maakt een nieuwe map om bestanden op te slaan. U kunt een map niet bewerken of verwijderen.

  3. Als u op mapniveau bent, kunt u het beste de knop Uploaden gebruiken.

    1. U kunt naar een andere map navigeren door naar het volgende element achter de lijst te gaan. Daar bevindt zich een navigatietabel met vier sorteerbare kolommen. De kolommen zijn:

      Titel - de naam van het bestand of de map.

      Auteur - de maker van het bestand; voor mappen staat hier een streepje ‘-’.

      Vergelijking - de vergelijkingsscore van een bestand. Voor mappen is dit leeg.

      Datum toegevoegd - de datum waarop het bestand of de map is gemaakt.

      Als u de map hebt gevonden waar u het bestand wilt indienen in de kolom Titel, dan selecteert u deze. Het ziet er uit als een groep met twee items. Navigeer naar deze groep en selecteer het eerste element. Dit brengt u naar de geselecteerde map.

  4. Op de pagina vindt u een sleep-en-neerzetgroep met drie items. U kunt deze groep gebruiken om het bestand te selecteren dat u naar Turnitin wilt sturen. De drie items in de groep zijn:

    Bestanden selecteren - dit is een koppeling. Hiermee wordt de standaard bestandskiezer van het besturingssysteem geladen om een bestand voor uploaden te selecteren.

  5. De pagina wordt na selectie van een bestand bijgewerkt met drie optionele tekstvakken, een knop en een selectievakje.

    1. Deze vakken heten:

      Titel - de titel voor het document

      Voornaam auteur - de voornaam van de auteur van het document

      Achternaam auteur - de achternaam van de auteur van het document

    2. Als u een bestand moet kiezen, herstart het element Archive, button (Archief, knop) de indienprocedure.

    3. Selectievakje Bestand(en) toevoegen aan persoonlijke opslag - persoonlijke opslag is een persoonlijke database die alleen behoort tot het primaire account waarmee u verbonden bent. Klik in het selectievakje om te bevestigen dat het bestand moet worden toegevoegd aan de persoonlijke opslag.

  6. Zoek als laatste de knop Confirm (Bevestigen). Door deze knop te selecteren, wordt het bestand naar Turnitin geüpload.

  7. Als de upload is afgerond, ontvangt u de waarschuwing 'Upload Complete' (Upload voltooid).

Source Overview

Het bronoverzicht bevat twee hoofdelementen. Het percentage van de algemene overeenkomst en een lijst. Het aantal onderdelen in de lijst is gelijk aan de verschillende overeenkomsten. Elke overeenkomst in de lijst laat de genummerde bron zien. De bron-URL of het primaire account. Welke inhoud er is vergeleken en het percentage van het bestand dat met die bron overeenkomt. Bijvoorbeeld:

Bron 1. en.wikipedia.org. Internet. 36%. 1 van 3

Kleurcontrast

De kleuren die we in Aspen gebruiken, zijn conform de WCAG 2.0 AA standaard.

De laagste contrastverhouding is 3.37:1 die alleen wordt gebruikt in onze grote tekstkoppen.

Algemene tekst in Turnitin Aspen heeft een contrastverhouding van 21:1

De verhouding die in de navigatiezijbalk wordt gebruikt, is 6.7:1

Wat houdt dit in?

Een goed kleurcontrast helpt iedereen die de toepassing gebruikt door de tekst gemakkelijk en minder vermoeiend leesbaar te maken. Gebruikers met een visuele handicap zullen merken dat de contrastverhouding hen helpt bij het gemakkelijk werken met Aspen Beta in een hoge contrasterende stand.

Ondersteunende technologieën

Aria-labels

Aan alle elementen zijn Aria-kenmerken gekoppeld.

Wat houdt dit in?

Ondersteunende technologieën, met name schermlezers, gebruiken aria-kenmerken om het type inhoud te bepalen waarnaar wordt gezocht (zoals een artikel, schuifregelaar of waarschuwing) en om dit te gebruiken om door een pagina te navigeren. Extra Aria-kenmerken kunnen bruikbare informatie aan de gebruiker bieden zoals de huidige waarde van een voortgangsbalk.

Koppen

Users can navigate through the interface quickly through the use of headings. In the Originality Check, we use headings to convey the relationships between different sections of the interface. Heading 1 is used for the title of each page, Heading 2 for major sections, and Heading 3 for subsections.

Tabelnavigatie

De interface gebruikt gegevenstabellen om gegevens op logische wijze te organiseren. Gegevenstabellen worden gebruikt in de Aspen Beta-inbox, die voor alle gebruikers toegankelijk is, en in het scherm voor gebruikersbeheer dat voor beheerders beschikbaar is. Gebruikers van de schermlezer kunnen in de gegevenstabel door de inhoud navigeren met behulp van rij- en kolomkoppen.

Formulieren

Alle formulierelementen bevatten relevante labelteksten. Alle formulierlabels zijn gekoppeld aan de bedieningselementen op het formulier.

Wat houdt dit in?

Als een schermlezer door een formulier navigeert, worden formulierlabels gebruikt om de gebruiker te informeren over de juiste inhoud die moet worden ingevoerd. Door de juiste labels te gebruiken die aan de bedieningselementen zijn gekoppeld, kunnen gebruikers van ondersteunende technologieën waarden in de juiste formulierelementen invoeren zoals tekstvakken, selectievakjes, keuzerondjes en vervolgkeuzemenu's en controleren of ze de formulieren correct hebben ingevuld.

Focus

Focus van geselecteerde elementen is duidelijk en vanzelfsprekend. Let op de blauwe rand die op de pagina verschijnt: daar is de focus van het toetsenbord.

Wat houdt dit in?

Bij het gebruik van het toetsenbord voor navigatie zou u gemakkelijk in de war kunnen raken als het niet mogelijk is om te weten waarop het toetsenbord is gefocust. Aspen Beta gebruikt een eenvoudige manier om een blauw kader weer te geven rond het element dat focus heeft.

Alternatieve tekst

Alle afbeeldingen bevatten alternatieve tekst en alle video's hebben ondertiteling voor gesproken tekst.

Wat houdt dit in?

Als een schermlezer een afbeelding vindt, beschrijft alternatieve tekst de inhoud van de afbeelding. Een afbeelding van een gele eend kan bijvoorbeeld als alternatieve tekst 'Afbeelding van een gele eend' hebben.